Mensen vragen wel eens, geloof jij in God, Martinus? En dan zeg ik ja, uiteraard. Wat ik er dan niet bij vertel is dat ik ook geloof dat hij donkergroen is, inferieur aan de mens en uit op het stelen van mijn portemonnee. Want dan zit er altijd wel een slimmerik tussen die vraagt of God dan ook een hoed op heeft, en of ik hem niet met een leprechaun verwar, een schepsel waar de Nederlanders nooit een woord voor hebben uitgevonden. En ik zou niet weten wat ik daarop moet antwoorden, behalve dan dat God absoluut een hoed draagt, en zeer waarschijnlijk met een klavertje vier rondloopt, wat hij ook wel nodig heeft want ik heb helemaal geen portemonnee.
O, sir,' murmured Sheila, still on her knees, 'please forgive me.''Forgive you! 0, la, la, la!' cunningly cried the droll, and strutting like an actor. 'Forgiveness is easy, is it not? O, yes, it is nothing. You are a young woman full of pride. O. yes! - but that is nothing. And full of penitence, and that is nothing, too. Pride is nothing, penitence nothing, forgiveness nothing, but even a bargain in farthings must be paid to be made, and I am a plain business man. What costs nothing brings no balm, and you would not like that, you would not like that, now would you?' (“The Bogey Man”)